Schriftelijke vragen over mestfraude

Door Kees de Kruijf op 16 november 2017

Recent verschenen er in de NRC en Boerenbusiness artikelen waaruit blijkt dat transporteurs en handelaren in dierlijke mest, gefinancierd door de Rabobank, stelselmatig fraudeerden. De fraude lijkt vooral plaats te vinden in Brabant en Limburg maar de fractie van de PvdA heeft toch een aantal schriftelijke vragen ingediend.

Er worden door de NRC en Boerenbusiness 56 transporteurs, handelaren, verwerkers en bemiddelaars van dierlijke mest genoemd, waarvan “64% door de NVWA of het OM is beboet, verdacht of veroordeeld”. Ook van de betrokken veehouderijen is een deel beboet of veroordeeld. We stelden de volgende vragen:

– Is het college op de hoogte van hierboven genoemde artikelen over mestfraude?
– Is het college het met de PvdA eens dat:

  • genoemde fraude zeer ernstig is en grote twijfel oproept overde betrouwbaarheid van de informatie die ons vanuit de landbouwsector (over de mestverwerking)bereikt,
  • Deze fraude lijkt zich af te spelen in Brabant en Limburg. Desondanks, heeft het college informatie ofsignalen dat ook in Utrecht voor iets dergelijks zou moeten worden gevreesd. Dat bijvoorbeeldgenoemde bedrijven weliswaar elders gevestigd zijn maar ook in deze regio actief zijn, of anderszins,
  •  Heeft het college contact gehad met de NVWA, dan wel het OM om hierover meer duidelijkheid tekrijgen?
  • Zo niet, is het college bereid om dat alsnog te doen?