Een duurzame toekomst vraagt ambitie

6 oktober 2021

De gasprijzen rijzen de pan uit. De energierekening stijgt en stijgt, steeds meer huishoudens komen hierdoor in de problemen. We kunnen natuurlijk korter douchen, vaker een warme trui aandoen en hopen op een zachte winter. Maar we moeten vooral het probleem bij de wortel aanpakken: Geheel over op duurzame energie die we zelf opwekken, niet meer afhankelijk zijn van buitenlandse olieprijzen. Alleen dan blijven we gezond en blijft energie betaalbaar voor iedereen.

Beter laat dan nooit. Dat geldt zowel voor het totstandkomen van deze Regionale Energie Strategie (RES) als voor het moment van besluiten van PS. De reden dat in de U16 de de deadline van 1 juli niet is gehaald is dat de U16 gemeenten over de invulling van de RES 1.0 behoorlijk verdeeld waren.

Maar goed, er ligt een bod. En dat is een belangrijke stap in de goede richting.

Je zou verwachten, of in elk geval hopen dat die extra tijd is benut om stevige en concrete afspraken te maken, maar dat zien we nog niet terug. Er lijkt wel urgentie gevoeld te worden, maar het kost de 16 gemeenten zichtbaar moeite om die urgentie te vertalen naar een reëel bod. Om nog maar te zwijgen van het feit dat blijkt dat niet eens alle 16 gemeenten zich achter dit bod kunnen scharen.

Tussen de regels van de RES is het gebrek aan samenhang voelbaar en angst voor al te harde toezeggingen. Er lijkt meer aandacht voor een ontsnappingsclausule om onder de verplichtingen uit de RES uit te kunnen, dan voor concrete plannen.

Binnen de U16 hebben de Groene Hart gemeenten IJsselstein, Lopik, Oudewater, Montfoort en Woerden een gezamenlijke de omgevingsagenda Lopikerwaard, waarmee ze willen laten zien dat het heel goed mogelijk is om samen te werken over de gemeentegrenzen heen. Zij doen ook een gezamenlijk bod. Helaas wordt dit bod uitgerekend door een van deze 5, de gemeente Montfoort, afgewezen. Wat gaat hier fout? En wat betekent dit voor het vervolgproces?

Waarom verloopt het proces in de U16 zo moeizaam? Zijn de verschillen tussen gemeenten te groot? Wat is de indruk van de gedeputeerde?

Wat kunnen wij er als provincie aan doen om deze regio meer te verbinden?

Hoe ervaart de gedeputeerde de samenwerking binnen de U16 t.o.v. de twee andere energieregio’s?

Wanneer je als RES U16 gezamenlijk de blik op de toekomst richt, zou bouwsteen 4 de belangrijkste moeten zijn. Deze is ernstig onderbelicht. Energiebesparing is geen verplicht onderdeel van de RES. Toch hebben veel regio’s dat wel als bouwsteen in hun RES opgenomen. Waarom de U16 niet? Is de gedeputeerde het met ons eens dat dit een gemiste kans is?

Ook in de U16 regio concurreert energietransitie met andere functies zoals natuur, woningbouw en bedrijventerreinen, die worden ook in deze RES benoemd. Maar opvallend is dat landbouw ontbreekt, terwijl dat juist in het buitengebied van veel U16 gemeenten misschien wel de grootste concurrent van de energietransitie is.

Er ligt een mooi advies van de samenwerkende PARK’s van de drie Groene Hart provincies. Dat wordt in deze RES genoemd maar er wordt niet concreet wat mee gedaan. Dat vindt de PvdA een gemiste kans. Wij vragen de U16 gemeenten om daar nog eens goed naar te kijken en er werk van te maken.

De term 50% lokaal eigendom vinden wij nogal misleidend. De PvdA, en met ons veel inwoners van deze provincie denken daarbij aan inwoners, particulieren, die direct meeprofiteren, doordat ze mede-eigenaar of aandeelhouder zijn van bijv. een windmolen in de buurt.

Het is inmiddels duidelijk dat dit niet perse met lokaal eigendom wordt bedoeld. Lokale ontwikkelaars of gemeenten zelf vallen ook onder die 50% Onze fractie denkt dat dit geen goede ontwikkeling is, want het helpt niet bij de betrokkenheid en draagvlak onder de inwoners. Wij willen in het vervolg traject met de gedeputeerde in gesprek over het bijstellen van die definitie. Is daar ruimte voor?

In deze RES is veel aandacht voor zon, en dan vooral voor zon op het dak. Logisch, want dat heeft weinig nadelen, alleen voordelen. Maar we weten dat maximaal zon op het dak zo’n 20% van onze energiebehoefte kan leveren, het is dus maar een fractie van de oplossing. In deze RES was wind al zwaar ondervertegenwoordigd en die balans is met diverse amendementen en moties uit de gemeenteraden nog verder doorgeslagen naar de verkeerde kant. Hoe kijkt de gedeputeerde aan tegen de onbalans zon/wind is deze RES? Is dit bod wel realistisch? Wat betekent dat voor de investeringen in de infrastructuur?

1,8TWu duurzaam in 2030 is dat met deze RES wel realistisch?