Dank voor het degelijke rapport van de Rekenkamer, wij zijn niet anders van ze gewend, en de snelle informatie vanuit de organisatie die in allerijl in de vakantie ons is toegekomen.
– Dat er fouten zijn gemaakt is duidelijk en is ook door het college onderkend.
– Het is erg teleurstellend om te lezen dat er onvoldoende van de fouten in het Uithoflijndossier is geleerd en wij sluiten ons aan bij de vragen van GroenLinks en D66 over hoe de aanbevelingen in komende projecten worden opgevolgd. Wij zien wel een opvallend verschil in de twee Rekenkamerrapporten: bij de Uithoflijn werden ook grote bestuurlijke fouten geconstateerd, deze constatering blijft bij VTH-rapport achterwege. GS is te laat geïnformeerd, waardoor zij PS ook niet meer op tijd konden informeren. Zelfs de immer scherpe collega’s van de SP constateren in hun technische vragen dat er op de directe informatie van GS naar PS ‘niets af te dingen valt’. Dat was ten tijde van het Uithoflijndebacle wel anders: wij moesten als een soort Pieter Omtzigts avant la lettre trekken en duwen om ieder snippertje informatie boven water te krijgen en de meest sappige onthullingen lazen we in de krant: niet in een brief van het college.
– Hoe kon het dan gebeuren, vragen wij ons af, dat de gedeputeerde pas zo laat werd geinformeerd? In het AD stond een in onze ogen zeer kwalijke insinuatie: dit zou opzet zijn geweest vanuit de ambtenaren uit rancune jegens de gedeputeerde, vanwege zijn wat al te felle kwalificaties van de ambtelijke organisaties toen hij nog Statenlid was. Als dit waar zou zijn, hebben we een groot probleem. Als er ambtenaren aan de stoelpoten van hun bestuurder zitten te zagen, ontstaat er een onwerkbare situatie. Daarom onze vraag aan de gedeputeerde: herkent u iets van een slechte relatie met uw ambtenaren? Bent u bij uw aantreden het gesprek aangegaan met ‘uw mensen’ en is de lucht geklaard? Heeft u het idee dat ambtenaren zich veilig voelen om alles te durven zeggen en fouten toe te geven?
– Ik vraag dit zo expliciet omdat ik mij eigenlijk niet kan voorstellen dat de situatie zo zou zijn als het AD suggereert. Ik ken onze ambtenaren als integere en capabele mensen die het beste met hun bestuurders voor hebben en zich met hart en ziel inzetten voor onze provincie.
– Feit is wel dat onder leiding van een neoliberaal-geinspireerd bestuur, waarin een zo klein mogelijke overheid het hoogst haalbare was, er veel schade in de organisatie is aangericht: reorganisaties zijn half afgemaakt, er is veel gesneden in managementlagen, weg met de bureaucratie! Tegelijkertijd lees ik in het VRT-rapport dat er eigenlijk te weinig budget was om de benodigde externe expertise in te huren. Daarom nog een vraag aan het college: is er inmiddels wel voldoende ruimte voor dit soort externe inhuur, waar slechts op projectbasis behoefte aan?
– Tot slot nog een opmerking over onszelf, als Statenleden. Mijn eigen waarneming is dat de afgelopen jaren de toon waarop het debat gevoerd wordt, is verhard, hoewel het mij vandaag tot nu toe gelukkig nog reuze meevalt. Het is goed dat dit debat wordt gevoerd, want er zijn ernstige dingen misgegaan en we moeten als Staten het gevoel hebben dat we dit college vertrouwen om die fouten te herstellen. De transparantie die het college aan de dag heeft gelegd en de snelheid waarmee het ons heeft geinformeerd, geven onze fractie het vertrouwen dat het van het gebeurde heeft geleerd en herhaling zal voorkomen. Of dat ook voor andere fracties geldt moet vandaag blijken. Maar als wij elkaar in deze zaal (of online) voor rotte vis uitmaken, lijkt ons dat niet bevorderlijk voor een open houding van het ambtelijk apparaat, laat staan voor het vertrouwen van burgers in de overheid. Het college mag nog zo haar best doen om een professionele en transparante cultuur te bewerkstelligen, wij als hoogste politieke orgaan, zijn net zo goed verantwoordelijk voor zo’n cultuur.
– Een beetje respect voor en vertrouwen in elkaar: we hebben dan wel geen nieuwjaarsreceptie, maar dat wens ik ons allen toch graag toe.