Op dit moment vindt de aanbesteding plaats voor de twee OV-concessies die in zullen gaan per december 2025. Omdat het een Europese aanbesteding betreft, kan het zijn dat er bedrijven inschrijven die niet past bij de Nederlandse wet- en regelgeving. Het bedrijf EBS, onderdeel van de Israëlische Egged Group, is mogelijk één van de inschrijvers op deze concessies. De VN-Mensenrechtenraad zette Egged op een lijst van bedrijven die actief bijdragen aan het schenden van de mensenrechten door het onder andere rijden van gesegregeerde buslijnen.
Statenlid David Oude Wesselink (GroenLinks): “Het kan niet zo zijn dat we met de gunning van een concessie indirect bij zouden dragen aan de schending van mensenrechten.” Statenlid Noortje Flink (PvdA): “Het is belangrijk dat de provincie daarop toetst bij het kiezen van een vervoerder om de concessie aan te gunnen. We hebben als overheid een belangrijke verantwoordelijkheid.”
In de provincie Utrecht lopen twee aanbestedingen voor een nieuwe concessie. De winnaar van een concessie mag deze de komende 10 of 15 jaar rijden. Op dit moment worden de concessies gereden door Qbuzz (U-OV) en Keolis (Syntus). Wie de nieuwe vervoerder wordt is afhankelijk van welke vervoerder de beste inschrijving heeft en de concessie gegund krijgt.
Aannemelijk is dat ook het busvervoerbedrijf EBS van moederbedrijf Egged hieraan meedoet. Dit bedrijf voert onder meer gesegregeerde busdiensten uit op de Westelijke Jordaanoever met bussen die verboden zijn voor Palestijnen. Aangezien de opbrengsten van de concessies in Nederland aan het moederbedrijf toekomen, wordt het gunnen als indirecte steun gezien aan een bedrijf dat de mensenrechten schendt.
Daarom hebben GroenLinks en PvdA schriftelijke vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten. De partijen willen weten of het college op de hoogte is van de activiteiten van Egged in Israël, of het college bekend is met het feit dat het bedrijf voorkomt op de in juli 2023 gepubliceerde ‘zwarte lijst’ van de VN-Mensenrechtenraad en of het college op de hoogte is dat EBS een 100% dochteronderneming is van Egged, en dat alle winsten van EBS dus direct dan wel indirect 100% ten goede komen aan Egged.
De partijen willen verder weten of en hoe het college bij de gunning toetst op eventuele mensenrechtenschendingen waar bedrijven zich schuldig aan maken of aan bijdragen en welke mogelijkheden er zijn om een bedrijf van gunning uit te sluiten. Bijvoorbeeld op basis van Artikel 2.87.1 lid c uit de Aanbestedingswet en/of op basis van de OESO-richtlijnen. En als die mogelijkheden er zijn, of het college bereid is om EBS van gunning uit te sluiten.