Minder marktwerking in het OV: het is een ambitie die wij in ons verkiezingsprogramma hadden staan en die wat ons betreft wezenlijk is voor het aanbieden van comfortabel en betrouwbaar Openbaar Vervoer voor iedereen, ook voor mensen die geen alternatief hebben. Geen financiële prikkels om zoveel mogelijk mensen op elkaar te proppen op de ‘dikke lijnen’ en de mensen in het buitengebied in de kou te laten staan, in het kader van de ‘efficiëntie’. Maar hoe geef je die ambitie nu concreet vorm?
Het enige moment waarop Provinciale Staten écht invloed hebben op hoe het regionale OV eruit ziet, is bij de vaststelling van de Nota van Uitganspunten (NvU) voor de nieuwe concessies. Daarna ligt het beleid voor grote lijnen weer voor vele jaren vast (tien, in het Utrechtse geval), en heb je als volksvertegenwoordiger het nakijken als je iets wil veranderen. En dat moment is nu: de definitieve NvU ligt aanstaande woensdag ter besluitvorming voor in de Staten. De details van de dienstregeling en de vaststelling van de jaarlijkse vervoerplannen zijn niet aan ons, maar aan het college van Gedeputeerde Staten, waarbij ze de vervoerder als ‘partner’ zien (en niet gewoon als opdrachtnemer, wat ik toch eigenlijk logischer zou vinden).
Goed werkgeverschap en toegankelijkheid
De PvdA-fractie vindt het jammer dat er niet serieus werk wordt gemaakt van de route om van het OV weer in publieke handen te krijgen, zoals dat ook in de drie grote steden gebeurt en voorheen in de stadsregio Utrecht het geval was. Wel hebben we gezien dat er in de huidige Uitgangspunten een veel sterkere regierol voor de provincie is weggelegd dan voorheen, wat we dan weer positief vinden. We vinden dat de prioriteiten vooral moeten liggen bij toegankelijk OV voor iedereen en goed werkgeverschap, en niet bij het zo laag mogelijk houden van de kosten. Daarop zullen we in het debat ook hard inzetten.
Regioraad OV
Ook zijn we van mening dat de rol van raadsleden in het huidige proces onvoldoende uit de verf komt. Zij hebben als geen ander een goed beeld van hoe het OV in hun gemeenten functioneert en wat er leeft. Wij staan als Statenleden toch vaak teveel op afstand om dat voor alle 26 gemeenten precies in de gaten te houden. We pleiten dan ook voor het instellen van een regioraad, waarin raadsleden uit alle gemeenten zijn vertegenwoordigd, die een aantal keren per jaar expliciet worden geconsulteerd. Zo geven we een expliciete stem aan onze collega’s op lokaal niveau en bepalen wij, en niet ‘de markt’, hoe ons OV eruit ziet.