Stel doelen ten dienste van onze inwoners
Spreektekst over het Beleidskader Sociale Agenda
‘Wegen zijn er niet voor wegen. Wegen zijn er altijd voor mensen.’ Deze laatste zin uit het Amelisweerdgedicht van Vincent Bijlo, ik citeerde er al eens eerder uit, vat in de ogen van de PvdA-fractie perfect samen wat het Beleidskader Sociale Agenda beoogt. Namelijk dat wij bij alles wat we doen, goed beseffen dat we het uiteindelijk voor onze inwoners doen, en niet voor ‘de economie’, ‘de bereikbaarheid’, zelfs niet voor ‘de cultuur’ of ‘de energietransitie’. Stuk voor stuk belangrijke doelen, maar niet op zichzelf. We stellen deze doelen ten dienste van onze inwoners, of ze nu al generaties lang hier zijn of net aangekomen, of de generaties na ons: zij verdienen het dat wij ons inzetten voor een mooie, duurzame en veilige provincie. En wat ons betreft staan onze meest kwetsbare inwoners daarbij voorop.
De sociale bril die de provincie volgens het beleidskader opzet, heeft varifocale glazen: er wordt zowel naar de eigen organisatie gekeken, als naar de concernbrede opgaven, dus zowel sociale vér- als bijziendheid worden gecorrigeerd. Veel ambtenaren binnen de provincie hoeven helemaal geen brilletje en werken allang met de inwoners scherp in het vizier, maar soms raakt dit einddoel door alle dagelijkse werkzaamheden buiten beeld. De Sociale Agenda kan dan net de impuls zijn om toch weer even met zn allen te kijken of we het OV nog wel sociaal inrichten, en niet alleen maar kijken naar de kostendekkendheid. En of de energietransitie niet te veel vraagt van de mensen die toch al lastig rond kunnen komen. En dat we participatie niet alleen zien als lastige inspraakreacties van goed ingevoerde burgers, maar als het recht van iedereen om gehoord te worden als je het bijvoorbeeld niet eens bent met de aanleg van een weg, ook als je niet zo goed kunt lezen of als je alle procedures niet tot in de puntjes begrijpt.
Wat de Partij van de Arbeid-fractie betreft is het van groot belang dat we ook in het provinciaal beleid inzetten voor gelijke kansen voor iedereen. Dat doen we natuurlijk niet door sociaal beleid te voeren en op de stoel van de gemeente of het Rijk te gaan zitten, maar juist door op onze beleidsterreinen een sociale bril op te zetten.
We zijn blij dat er in de herziene versie meer aandacht voor is voor monitoring. Toch wil ik er wel op wijzen dat het veranderen van een cultuur moeilijker te kwantificeren is dan bijvoorbeeld het aantal hectare natuur of nieuwe woningen. We kunnen moeilijk het aantal sociale brillen gaan tellen. Maar het is wel van belang dat
Drie punten van zorg wil ik daarbij nog speciaal noemen:
– social return wordt binnen onze provincie nog te vaak gezien als een vorm van dagbesteding. De talenten van deze mensen worden niet volwaardig erkend. Wij gaan er scherp op letten dat bij het inkoopbeleid van de provincie, waarover we dit voorjaar nadere informatie krijgen van gedeputeerde Strijk, dit wel zo gezien wordt en dat we zorgen voor banen die passen bij ieders capaciteiten, dus dat we ons richten op wat iemand wél kan, in plaats van ons te richten op de beperkingen.
– Ten tweede: op pagina 23 van het beleidskader staat dat het steeds lastiger wordt om in de toekomst onze eigen taakstelling vanuit het Sociaal Akkoord te halen. Enerzijds door het vertrek van een aantal collega’s in een participatiebaan, maar ook omdat de taakstelling stijgt, omdat dat afhaneklijk is van het aantal formatieplaatsen, dat langzaam maar zeker wordt uitgebreid. We hebben hier al eerder aandacht voor gevraagd, maar we vinden het nog steeds: de provincie moet goede voorbeeld geven in haar eigen personeelsbeleid en de constatering dat dat heel moeilijk is, is wat ons betreft geen excuus. Kan de gedeputeerde toezeggen dat hij alles gaat geven om aan de taakstelling van de Participatiewet, Wet banenafspraak en Quotum arbeidsbeperkten te blijven voldoen?
– Ten derde: de positie van statushouders. Daartoe dienen wij samen met GroenLinks en SP en Partij voor de Dieren een motie in die zojuist al is toegelicht. Aan het begin van de vergadering hebben wij onze waardering al uitgesproken over de manier waarop dit college de opvang van de Oekraïense vluchtelingen snel en daadkrachtig oppakt. Daarbij wordt ook gekeken naar allerlei vormen van huisvesting die ook ten goede komen aan statushouders, die hier soms al jaren vastzitten in een AZC.
Het doel van deze motie is om dit momentum te gebruiken om deze voortvarende aanpak duurzaam in het provinciale beleid te verankeren. Ook als de Oekraïners hopelijk snel weer naar huis zijn teruggekeerd en er weer andere mensen op de vlucht zijn. Dat had een actualiteitenmotie kunnen zijn, maar dat is nu precies het punt, het gaat erom dat ook na deze actualiteit de sociale bril opblijft in de toezichthoudende functie van de provincie.