Op woensdag 11 mei hebben we de nota reserves en voorzieningen besproken. En aangezien ik ook de woordvoerder natuur ben kon ik me niet inhouden en heb mijn inbreng daarop aangepast. En dit leidde nogal tot hilariteit. Hoe maak je een saai onderwerp leuk.
Waar ging het debat nu precies over?
De Gedeputeerde wilde een spaarreserve instellen. Je kent het wel voor de toekomst wil je gaan sparen voor grote uitgaven. Dat doe je (hopelijk) thuis ook. Maar waarom waren wij daar dan toch tegen en hebben we de beukennotenwet geïntroduceerd?
Omdat in het verleden de provincie heel veel verschillende spaarpotjes had warvan we niet precies wisten waarvoor we hadden gespaard, maar uitgeven mochten we absoluut niet. Een cultuur waar we in dit college een eind aan gemaakt hebben. Je moet het zo zien. Een eekhoorn lust graag beukennootjes en voor de winter legt hij een voorraad aan. Niet een grote voorraad, maar op allerlei verschillende plekjes. Op zich niet erg, ware het niet dat de eekhoorn circa 40% van zijn voorraad niet meer terug kan vinden. En dat is nu precies wat er ook aan de hand was in de provincie.
Maar heeft de Provincie dan nu geen spaarpot? Ja die hebben we wel. Van die grote spaarpot is een deel bedoeld als noodpotje (de saldoreserve), zodat er snel gehandeld kan worden als het nodig is. We hebben ook bestemmingsreserves (spaarpotjes die we gebruiken om hele specifieke plannen te realiseren). Van deze potjes weten we precies wat het zijn, hoeveel er in zit en waar het geld voor bedoeld is. Die raken we dus nooit kwijt. En dan hebben we nog de algemene reserve: de grote spaarpot die we kunnen inzetten om geld uit te halen.
Het doel van het amendement was om ervoor te zorgen dat er alleen geld uit de grote spaarpot gehaald mag worden als je een plan hebt. En dus niet omdat we over een x aantal jaar misschien weleens een voorstel zouden kunnen doen omdat we een plan hebben dat veel geld kost. Valt het taalgebruik op? “misschien zouden kunnen… ” Als er dan morgen dus wat is en we moeten toch ook uit de grote spaarpot iets halen is dat er niet omdat we misschien over een paar jaar wellicht iets zouden willen.
Nee, er moet een gedegen plan zijn, met een gedegen onderbouwing, dan kunnen we een apart spaarpotje instellen. Maar niet omdat je droomt van iets wat wellicht niet eens haalbaar is of dat jij dat misschien in de toekomst graag zou willen. Als we een ding geleerd hebben de afgelopen jaren is, is dat er onverwachte dingen kunnen gebeuren . Begin 2020 zat iedereen nog vol met leuke plannen… Nu in 2022 zijn we meerdere lockdowns verder door Corona en is er weer oorlog op het continent en gaat het slechter met de natuur en klimaat dan ooit te voren. Die laatste hadden we kunnen voorspellen die eerste twee leken toch iets meer uit science fiction boeken te komen, die ineens werkelijkheid werden.
En waarom heette het dan het beukennotenamendement ? Pas als beuken volwassen zijn geworden, dus in de hoogte zijn uitgegroeid, zullen de zaden niet meer loos zijn. Vanaf dat moment, heeft de boom maar een doel, goede zaden vormen. Soms zelfs zo veel, dat de takken omlaag hangen van de beukennootjes. Zo zou het ook zo moeten zijn met reserves: Elke aanvraag voor een budget moet gevuld zijn met een voorstel . Zo worden wij , Staten, GS en ambtelijk ons nog meer bewust dat we schaarse belastingmiddelen gebruiken om onze doelstellingen te behalen. Er moet dus maar een spaarpotje zijn, de algemene reserve. Die bespreken we twee keer per jaar bij de behandeling van de kadernota en de programmabegroting.