Zekerheid voor Utrechtse cultuur
‘Niemand is veilig.’ Geen citaat van een viroloog of fanatieke anderhalvemeterhandhaver (tipwoord voor als je veel ‘a’s hebt tijdens je potje scrabble), maar van Halbe Zijlstra (VVD), die in 2010 snoeihard op de cultuursector bezuinigde. Nu, krap 10 jaar later, is opnieuw niemand veilig. Niet opgejaagd dit keer door een staatssecretaris die niks met cultuur heeft, maar door een ongrijpbaar virus dat het onmogelijk maakt om voorstellingen, festivals en museumbezoek op een normale manier doorgang te laten vinden. De sector is hard op zoek naar creatieve oplossingen om er toch het beste van te maken, maar krijgt harde klappen.
De Partij van de Arbeid is dan ook blij met het voorstel van Gedeputeerde Van Muilekom (PvdA) om vanuit de provincie 6 miljoen extra beschikbaar te stellen om tegemoet te komen aan de grootste problemen. Daarbij moet wat ons betreft ook gekeken worden naar organisaties die nu geen subsidie ontvangen van Rijk, provincie of gemeenten. Het kan niet zo zijn dat degenen die ondanks de harde bezuinigingen van Halbe het hoofd boven water hebben weten te houden, nu alsnog daarvoor worden gestraft.
Maar om de Utrechtse cultuur een échte toekomst te geven, is niet het noodfonds, maar het nieuwe cultuurbeleid van de provincie veel belangrijker, zoals vastgelegd in de nota ‘Voor jong en altijd’. Deze staat op 3 juni aanstaande op de agenda van de Provinciale Statenvergadering. Daarmee wordt culturele instellingen zekerheid geboden voor de lange termijn, waarmee ze, als we langzaam het (nieuwe) normale leven oppakken, weer creatieve plannen kunnen maken. De prioriteit van het cultuurbeleid ligt bij dingen die voor de PvdA belangrijk zijn: cultuureducatie, versterking van de bibliotheken en bruisende festivals voor iedereen.
De coronacrisis zorgt voor veel stress en onzekerheid. Genieten van cultuur doet ons onze zorgen even vergeten. Veilig voor het virus zijn we voorlopig nog niet, maar laten we onze creatievelingen helpen om zo snel mogelijk de draad weer op te pakken.