2 | De groene provincie

We koesteren onze groene provincie. De PvdA wil 3.000 hectare nieuwe natuur- en recreatiegebieden aanleggen. En zorgen voor voldoende groen in bestaande buurten en wijken. Zo houden we de provincie gezond en leefbaar.

In het landelijk gebied is een ongekende inspanning nodig om de natuur te herstellen, de waterkwaliteit te verbeteren en de uitstoot van broeikasgassen omlaag te brengen. Eén van de redenen waarom het slecht gaat met de natuur, is de hoge stikstofneerslag. De tijd voor vrijblijvende maatregelen en uitstel is voorbij. De Raad van State heeft in 2019 een glasheldere uitspraak gedaan: eerst moet de neerslag van stikstof omlaag en de natuur zich herstellen, voordat er weer vergunningen voor woningbouw, wegenaanleg en andere activiteiten kunnen worden verleend.

De rijksoverheid wil dat de provincies per gebied plannen maken om verschillende doelen tegelijk te verwezenlijken: minder stikstof, betere waterkwaliteit en voor het klimaat minder broeikasgassen. Dat betekent onder andere onvermijdelijk dat de veestapel zal moeten krimpen. Het zal van boeren een enorme omschakeling vragen om op een andere manier hun geld te verdienen: meer biologisch, minder intensief, met het zelf verkopen van hun producten aan mensen in de buurt, misschien ook op een andere plek of zelfs met heel andere bedrijfsactiviteiten zoals het opwekken van energie, natuurbeheer, recreatie of zorg. Het Rijk stelt voor die overgang grote bedragen beschikbaar en dat biedt kansen, maar daarmee zijn de begrijpelijke onrust en de zorgen van boeren niet weg.

Wat vindt de PvdA?

Natuur en de gezondheid en welzijn van mensen gaan hand in hand. Een gezonde en soortenrijke natuur levert schone lucht en schoon water en is dus van levensbelang. Die natuur en de kwaliteit van de natuur moeten we voor toekomstige generaties verbeteren en in stand houden.

Het omschakelen naar vormen van landbouw die bijdragen aan natuurherstel of de natuur in ieder geval niet langer schade toebrengen, zal veel vragen van onze agrarische ondernemers. Zij kunnen de kosten niet zonder meer doorberekenen in de prijzen van hun producten, omdat die prijzen in een open economie op internationale markten worden bepaald. Bij de omschakeling naar bijvoorbeeld kringlooplandbouw hebben zij dus steun nodig, onder meer van de provincie.

De verschillen tussen agrarische ondernemers zijn groot. Sommigen hebben bedrijven die een uitstekend inkomen opleveren en zijn heel kapitaalkrachtig. Anderen leven onder de armoedegrens. Wij hebben er vertrouwen in dat de agrarische ondernemers in onze provincie de noodzakelijke omslag kunnen maken, maar de provincie moet de onderlinge verschillen in acht nemen en per bedrijf heel precies bezien wat mogelijk en wenselijk is. Agrarische ondernemers zijn creatief en nemen al vaak het voortouw in het doorvoeren van veranderingen in hun bedrijfsvoering. De provincie moet ze daarbij, ook financieel, ondersteunen.

De noodzakelijke omslag in het landelijke gebied, de manier waarop ons eten wordt geproduceerd, kun je niet los zien van de noodzakelijk omslag in wat wij eten. Ongezond eten is makkelijker en goedkoper gemaakt dan gezond eten en de toegang tot gezond eten is niet eerlijk verdeeld. Door minder dierlijke eiwitten (vlees en zuivel) te eten en meer plantaardige, dienen we niet alleen onze eigen gezondheid, maar ook die van de planeet. Door minder vee te houden stoten we minder broeikasgassen uit en spelen we bovendien landbouwgrond vrij waar we plantaardig voedsel voor mensen kunnen verbouwen in plaats van voer voor dieren.

Op de natuur in de provincie willen we niet alleen zuinig zijn, we willen die versterken door meer bos aan te leggen en door uitbreiding van het NatuurNetwerkNederland (NNN) en door meer natuur in gebieden die aan het NNN grenzen, de zogeheten Groene Contour. Wat ons betreft zijn er in het Natuurnetwerk hier en daar mogelijkheden voor recreatie, maar niet voor economische activiteiten zoals commerciële boskap. Zulke boskap kan alleen in apart voor dat doel aangelegde bossen, bijvoorbeeld op agrarische grond.

In en om de natuur liggen mooie recreatiegebieden, zoals de Vinkeveense Plassen, Haarzuilens, het Henschotermeer en natuurlijk Amelisweerd. Veel inwoners bezoeken en waarderen die gebieden. Het onderhoud van deze gebieden en van de fiets-, vaar- en wandelroutes erin en ertussen vraagt onze voortdurende aandacht. Daarbij moeten we rekening houden met de uiteenlopende behoeften van de bezoekers en de draagkracht van de verschillende gebieden.

De kwaliteit van het oppervlaktewater in de provincie is niet goed. Net als voor stikstof gelden hiervoor Europese regels. Als we daar niet aan voldoen kan het ook als gevolg van de waterkwaliteit in de toekomst onmogelijk worden vergunningen te verlenen voor zaken als woningbouw en de aanleg van wegen. We zullen dus samen met de waterschappen hard moeten blijven werken aan verbetering van de waterkwaliteit.

Groen is overal, maar de hoeveelheid en de toegang tot groen zijn niet gelijk verdeeld. Daarom zijn wij groot voorstander van meer groen in de wijken en van initiatieven om kinderen kennis te laten maken met de natuur. Groen draagt niet alleen bij aan het welzijn van de inwoners van de provincie maar kan ook helpen de gevolgen van klimaatverandering, zoals hitte en wateroverlast, te verminderen. We moeten dus maatregelen voor de natuur, voor het klimaat en voor het water combineren.

Wat gaan we doen?

  • We willen dat de provincie een lange-termijnvisie (voor 20 jaar) voor de landbouw maakt, waarin de doelen voor stikstof, klimaat en water zijn verwerkt en die boeren duidelijkheid biedt.
  • Zolang de stikstofneerslag zo hoog is, willen we niet werken met instrumenten als een stikstofbank. We zijn tegen extern salderen (een bedrijf neemt de stikstofruimte over van een ander bedrijf dat stopt). De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) heeft aangetoond dat zo’n systeem niet werkt.
  • Als er stikstofruimte vrijkomt, gebruiken we die in de eerste plaats voor woningbouw en PAS-melders (boeren die van de overheid zonder natuurvergunning mochten werken, terwijl nu blijkt dat ze die toch moeten hebben).
  • We gaan door met de plattelandscoaches.
  • We ondersteunen boeren die hun brood willen gaan verdienen op een manier die beter is voor natuur en milieu. Daarbij willen we de natuurlijke leefomgeving van bedreigde weidevogels herstellen. Daarvoor zal het grondwaterpeil in de veenweidegebieden sneller omhoog moeten. We gaan uit van het beginsel “functie volgt peil”, waarbij we de invloed op het milieu goed in de gaten houden.
  • De provincie past bij het groenonderhoud natuurlijk bermbeheer toe.
  • We maken geen uitzonderingen: iedereen die bijdraagt aan de uitstoot van stikstof, moet ook bijdragen en de vermindering, van de uitstoot, dus behalve de landbouw bijvoorbeeld ook de industrie en het vervoer.
  • Wij blijven pleiten voor een maximumsnelheid van 100 km per uur op de snelwegen in de provincie en van 80 km per uur bij steden en op rondwegen. Op provinciale wegen brengen we de maximumsnelheid bij woongebieden terug tot 60 km per uur.
  • Er moet doeltreffend toezicht zijn op de naleving van de regels voor natuur en milieu.
  • Daarom moet het aantal ambtenaren dat met de handhaving van die regels is belast, omhoog.
  • Overlast en schade door wild proberen we te voorkomen, toestemming om het af te schieten geven we slechts als het echt niet anders kan.
  • Samen met de waterschappen brengen we het gebruik van grondwater in de provincie in kaart. We scherpen zo nodig ons vergunningenstelsel aan om in de toekomst voldoende grondwater te houden. Daarbij betrekken we de Blauwe Agenda die is gekozen voor de waterhuishouding op en rond de Utrechtse Heuvelrug.
  • We brengen in kaart hoe we het dreigende tekort aan drinkwater in de toekomst kunnen voorkomen en we verhogen de belasting op drinkwater voor grootverbruikers (bijvoorbeeld frisdrankfabrieken). Die betalen nu veel minder dan gewone huishoudens.