Door op 10 december 2014

‘Politiek: bovenal een mannenzaak’

“Na de verkiezingen schreef een boze partijgenote een brief aan de redactie van PK* waarin zij haar misgenoegen uitte over het feit dat zo weinig vrouwen waren gekozen. De brief werd geplaatst met als redactioneel commentaar dat men wel anders zou willen, maar dat vrouwelijke kandidaten zo moeilijk te vinden waren. Dit antwoord was niet onjuist, maar wel onvolledig. Als het volledig was geweest had er bij gestaan dat de partij nooit serieuze pogingen had ondernomen om de maatschappij zo in te richten dat vrouwen zich kandidaat konden stellen en evenmin ooit ernstig had nagedacht over de vraag hoe vrouwelijke kandidaten konden worden opgekweekt. De inspanningen van onze partij (en de andere) beperkten zich er meestal toe dat beoordelingscommissies hun best doen uit de groslijst enkele acceptabele vrouwspersonen op te diepen die dan met een aanmoedigend praatje van de voorzitter, al of niet vergezeld van wat emancipatiekreten worden gepresenteerd.”

Dit citaat uit ‘Wij en de politiek’ werd in 1971 opgeschreven door Joke Smit, een van de belangrijkste woordvoerders van de tweede feministische golf in Nederland. Ruim veertig jaar later ben ik geneigd te constateren dat er wat dit betreft weinig veranderd is.

Voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 meldden zich bij de PvdA 430 kandidaten, waaronder slechts 120 vrouwen. Onlangs werd de concept kandidatenlijst van de PvdA in de provincie Utrecht bekend. Ik ben zelf kandidaat en ben vereerd met een mooie, derde plek op de lijst. Ik ben echter wel gelijk de enige vrouw bij de eerste zes kandidaten. Op de lijst van het waterschap De Stichtse Rijnlanden bevindt zich onder de eerste zes kandidaten zelfs geen enkele vrouw.

Ik zal hier niet uiteenzetten waarom het wenselijk is dat vrouwen net zo veel kans maken op maatschappelijke posities als mannen, of hoe weinig representatief dit is voor (uitgerekend) een volksvertegenwoordiging. Maar over de consequenties die dit heeft voor de mate waarin vrouwen ook in de toekomst deel zullen nemen aan het politieke debat wil ik wel iets kwijt.

Zolang kandidaatstellingscommissies zich beklagen over het beperkte aantal (geschikte) vrouwen dat zich meldt en vervolgens enkel de moeite nemen om “uit de groslijst enkele acceptabele vrouwspersonen op te diepen”, om vervolgens een lijst te presenteren waar voornamelijk mannen op staan, moeten we vooral niet verbaasd zijn wanneer er zich een volgende keer wederom nauwelijks vrouwen melden. Men wekt immers de indruk dat politiek een mannenaangelegenheid is, waar voor vrouwen weinig ruimte is.

Naar een gemengde lijst
Ik ben nooit onverdeeld voorstander geweest van een vrouwenquotum of het om-en-om principe dat de PvdA voorheen hanteerde. Ik kan de argumenten van de tegenstanders inmiddels dromen: “Wie een waarlijk gelijke behandeling van man en vrouw nastreeft, kijkt niet naar sekse, maar naar kwaliteit” etc. Maar als íets mij overtuigt van het nut en noodzaak van een quotum, dan is het wel een lijst waarbij vijf van de zes eerste kandidaten van het mannelijk geslacht zijn. Blijkbaar is met het afschaffen van het om-en-om-principe ook het besef van het belang van een goede man/vrouw verhouding verdwenen.

Ik begon, vrij pessimistisch, met de constatering dat er in de afgelopen veertig jaar weinig veranderd is. Laat ik wat positiever afsluiten door te zeggen dat ik er van overtuigd ben dat het wel anders kan.

En laat ik na het schrijven van dit stukje dan ook niet achterover leunen tot quota aan populariteit winnen, of tot kandidaatstellingscommissies uit zichzelf actief op zoek gaan naar geschikte en gemotiveerde vrouwen. Laat ik in plaats daarvan in de provincie Utrecht laten zien dat het anders kan.

Bij deze doe ik een oproep, die ik de komende vier jaar keer op keer zal herhalen, aan alle vrouwen in de provincie Utrecht met de ambitie om zich als volksvertegenwoordiger voor hun gemeente of provincie in te zetten. Laat van u horen! Zodat we bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 en de Statenverkiezingen van 2019 lijsten kunnen presenteren waar we trots op mogen zijn.

En wat betreft die Provinciale Staten lijst; het is mijn persoonlijke ambitie om bij de verkiezingen van 2019 ten minste zeven zetels te halen als PvdA, waarvan er in ieder geval zes voor een vrouw zijn. Zeven vrouwen zou natuurlijk prachtig zijn, een 100% score, maar als we slim zijn pareren we eventuele kritiek over diversiteit al op voorhand. En laten we wel zijn: diversiteit, wie is er tegen? Mooi. Dan hebben we dat met die ene man ook geregeld.

_________
* ProKontra was destijds het maandblad voor de PvdA