1 | Wonen in de provincie
Er moeten snel meer nieuwe woningen gebouwd worden. De PvdA wil dat van alle nieuwe woningen 40% sociaal, en 40% betaalbare koop of middenhuur is. Zodat een thuis weer bereikbaar en betaalbaar wordt voor iedereen. Voor isolatie van slecht geïsoleerde woningen stellen we subsidie beschikbaar.Er heerst een wooncrisis in Nederland. En nergens is de druk op de woningmarkt zo hoog als in en om Utrecht en Amsterdam. In onze provincie is de wachttijd voor een sociale huurwoning opgelopen tot meer dan 13 jaar. Voor koopwoningen en zelfs voor huurwoningen wordt meer geboden dan de vraagprijs om maar aan het huis te kunnen komen. Wonen hoort een grondrecht te zijn, maar is de speelbal van beleggers en speculanten geworden.
Versnelling van de nieuwbouw staat daarom bij iedereen op de agenda, ook bij de provincie. Toch kan de provincie soms een belemmering zijn voor nieuwbouw. Behoud van groene ruimte, provinciale wegen die geen extra verkeer aankunnen of stikstofuitstoot kunnen redenen zijn om geen groen licht te geven voor nieuwbouwprojecten. Maar als de tijden veranderen moet je ook je prioriteiten durven herzien en de bakens verzetten om de wooncrisis op te lossen. In dit hoofdstuk doen we daar concrete voorstellen voor.
Ondertussen is er ook aandacht nodig voor bestaande woningen. In sommige wijken en buurten staat de leefbaarheid onder druk. Groen is voor de leefbaarheid van wijken van groot belang. De provincie moet samen met gemeenten blijven werken aan verbetering van bestaande wijken en buurten, zodat de hele provincie een leefbaar thuis vormt voor al haar inwoners. De afgelopen jaren hebben we zo al samengewerkt in bijvoorbeeld Utrecht Overvecht, Zeist Vollenhoven, Soesterkwartier in Amersfoort en Nieuwegein Muntenbuurt.
Wat vindt de PvdA?
Huizen zijn bedoeld om in te wonen, niet om erin te beleggen. Een betaalbare woning is een basisrecht. Daarom moet de versnelling van de bouw van goede en betaalbare huizen doorgaan. Maar de ruimte is te schaars en de tekorten zijn te groot om de markt zomaar zijn gang te laten gaan. De PvdA wil de rol die de provincie heeft in de verdeling van de soorten woningen die worden gebouwd zoveel mogelijk benutten, zodat ontwikkelaars en woningbouwverenigingen die huizen bouwen waar ook echt behoefte aan is: voorrang voor sociale huurwoningen, betaalbare woningen voor middeninkomens en woningen voor ouderen. Daarmee brengen we ook de doorstroming op gang.
De provincie Utrecht is van plan om 10.000 woningen per jaar bouwen. Omdat de PvdA wil dat Utrecht een provincie voor iedereen is, vraagt zij daarbij in het bijzonder aandacht voor die groepen, die zelfstandig maar moeilijk aan een betaalbare woning kunnen komen. Samenwerking met het Rijk en de gemeenten is absolute voorwaarde. Het ombouwen van leegstaande kantoren en bedrijfsgebouwen en flexwoningen kunnen helpen de wooncrisis zo snel mogelijk op te lossen. We kunnen de woningbouw ook versnellen door samen met gemeenten, woningbouwverenigingen en beleggers het bouwen van prefabwoningen beter mogelijk te maken. Voor ons is het uitgangspunt dat we energieneutraal bouwen, of nog liever: woningen die energie opleveren (zoals dat is uitgewerkt in het convenant duurzaam bouwen).
Wat gaan we doen?
- Woningen bouwen we zoveel mogelijk binnen de steden en dorpen, het liefst bij knooppunten van openbaar vervoer. We zijn voor een zelfbewoningsplicht van koopwoningen om speculatie tegen te gaan, zodat ook starters op de woningmarkt een eerlijke kans krijgen. Bij woningbouw binnen steden en dorpen moet daar dicht bij voldoende groen worden aangelegd.
- Iedere stad en ieder dorp moet woningen kunnen bouwen als dat nodig is om levensvatbaar te blijven. Met de gemeente kijken we naar wat wél mogelijk is. Kan woningbouw binnen een bestaand dorp niet, dan zoeken we samen naar verantwoorde mogelijkheden aan de rand van de bebouwde kom en we betrekken inwoners daar tijdig bij.
- Als een bouwplan niet past binnen de regels van de provincie (die in de zogeheten omgevingsverordening staan), dan gaan we met de gemeente in gesprek om een oplossing te vinden. Het belang van levensvatbare kernen en dat van woningzoekenden wegen daarbij even zwaar als het beschermen van het buitengebied en het voorkomen van meer autogebruik.
- We kijken verder naar hoeveel woningen er in de polder Rijnenburg kunnen worden gebouwd. Om te beginnen ontwikkelen we samen met de stad Utrecht het scenario Klein Rijnenburg: de bouw van 25.000 woningen in combinatie met natuur, sporten recreatie, waterveiligheid een goed openbaar vervoer. Daarbij betrekken we de plannen voor woningbouw langs de A12.
- Bij de verdeling van het soort woningen dat we bouwen, willen we op zijn minst 40% huizen voor sociale huur, 40% middenhuur of koopwoningen voor middeninkomens en 20% vrije sector. Bij de bouw van een nieuwe wijk krijgen de sociale-huurhuizen, woningen voor middeninkomens en woningen die geschikt zijn voor ouderen voorrang.
- Zolang er vanwege de stikstofcrisis weinig vergunningen kunnen worden verleend, geven we aan het bouwen van woningen voorrang boven de aanleg van wegen en het bouwen van bedrijfspanden.
- We bekijken serieus naar de mogelijkheid om flexwoningen te bouwen buiten de bestaande bebouwingsgrenzen.
- De provincie blijft gemeenten steunen bij het sneller huisvesten van statushouders en het maken van voldoende opvangplekken voor asielzoekers en breidt die ondersteuning uit als er meer plekken nodig zijn. Als gemeenten hun aandeel in de opvang niet leveren, treedt de provincie op (door middel van de toepassing van de zogeheten escalatieladder van het Interbestuurlijk Toezicht).
- Met de komst van steeds meer studenten in Utrecht groeit ook de behoefte aan huisvesting van deze groep. Daarom moeten we plekken voor voldoende studentenhuizen aanwijzen.
- Bij boerderijen maken we het mogelijk op bescheiden schaal huizen te bouwen die in de plaats komen van agrarische bedrijfsgebouwen (rood voor rood, zoals dat wel wordt genoemd). Daar zijn mooie voorbeelden van in de vorm van woongroepen van ouderen of juist combinaties van ouderen en jongeren. We moeten daarbij wel voorkomen dat het landschap verrommelt.
- We gaan door met de groep experts die gemeenten helpt bij het versnellen van woningbouwprojecten (de flexpool).
- In antwoord op de sterke vergrijzing van de provincie ondersteunen we gemeenten bij het opstellen van goede woon-zorgvisies, zodat die voldoende seniorenwoningen bouwen waar wonen en zorg kunnen worden gecombineerd. Daarmee bevorderen we de doorstroming, waardoor woningen die eerst door die ouderen werden bewoond vrijkomen voor jonge gezinnen en starters.
- We stellen 25 miljoen Euro beschikbaar om met gemeenten de kosten te delen van subsidies en leningen waarmee de verduurzaming van huizen kan worden betaald. Dat is in de eerste plaats bestemd voor huishoudens die het zelf niet kunnen betalen, terwijl ze vaak wel in slechte huizen wonen. We verwachten van elke gemeente dat die hieraan meedoet. Voor Verenigingen van Eigenaars stellen we een afzonderlijke provinciale subsidieregeling in.
- We zetten ons er voor in om samen met de gemeenten in kwetsbare wijken de woonkwaliteit en de wijkvoorzieningen te verbeteren en de sociale problemen, de veiligheid en het onderwijs aan te pakken. Het is wel belangrijk dat het Rijk zijn aanpak vitale wijken voortzet.
- Op veel plekken ervaren mensen (geluids)overlast van bijvoorbeeld het spoor en van snelwegen. Waar de provincie verantwoordelijk is nemen we zelf maatregelen om de situatie te verbeteren. Zijn Rijkswaterstaat of Prorail verantwoordelijk, dan vragen we hen om er iets aan te doen. Waar dat kan, combineren we de maatregelen met het plaatsen van zonnepanelen.
- Bij gebiedsontwikkelingen gebruiken we de Handreiking gezonde leefomgeving van de GGD. Als het om water(veiligheid) en aanpassing aan de klimaatverandering gaat, vragen we de waterschappen aan tafel.
- We trekken de komende vier jaar 30 miljoen Euro uit om binnenstedelijke woningbouw te versnellen en de woningen betaalbaar te houden. We vullen daarmee aan wat gemeenten er zelf insteken.